Huismoeder, appeltakje, vogelwiekje of rozenblaadje, nachtvlinders hebben allerlei tot de verbeelding sprekende namen. Wat je ziet zijn dan tere fladderende wezentjes in veelal grijzig of bruinige kleuren met een ingewikkeld patroon. Ze vliegen in het donker dus wij mensen krijgen ze bijna niet te zien. Behalve als Piet van Son van het Biodiversiteitsteam in Goirle zijn grote gaslampen in de Naturentuin op het witte doek richt! Zaterdag 23 juni was een van de kortste nachten van het jaar en de landelijke nachtvlindernacht.
Met veel lichtsoorten vang je diverse vlinders, dus zijn er lampen van 400 watt HPL en 500 watt ML en 2 blacklights van 8 watt. En ook schaduwplekken op het doek gecreëerd om te voorkomen dat ze op het gras gaan zitten en wij ze zouden vertrappen. “Veel mensen noemen nachtvlinders motten maar het zijn twee verschillende groepen. Motten of micro’s herken je doordat de voelsprieten naar achteren wijzen. De nachtvlinders noemen we macro’s en zij hebben de voelsprieten naar voren” legt Piet in zijn inleiding uit. Ook laat hij de dikke rupsen van de nachtpauwoog zien en een ingesponnen cocon. Deze mooie nachtvlinder legt zijn eitjes op de boswilg. Iedere vlinder heeft zo zijn eigen waardplanten, de planten waarvan de rupsen eten en de vlinders hun nectar halen.
Het B-tem heeft als doel het bevorderen van de biodiversiteit in Goirle en educatie is een middel om mensen daarmee in contact te brengen. De reden dat zij de Naturentuin kiest voor de nachtvlindernacht is de grote soortenrijkdom aan planten en bomen. Er is dan ook een grote diversiteit aan vlinders te verwachten. Meteen al in de schemering wordt een rode lijst soort gesignaleerd: de teunisbloempijlstaart waarvan de rupsen leven op de middelste teunisbloem en harig wilgenroosje. Terwijl de zon ondergaat zien we deze kolibrievlinder van bloem tot bloem gaan. De stemming onder deelnemers zit er meteen goed in!
De lampen gaan aan en in de uren die volgen zien we steeds andere vlinders verschijnen. Platte beer, klaverblaadje, bonte brandnetelmot, buxusmot en pinguïn. De pijlstaarten zijn het hoogtepunt. Groot avondrood blijkt handtam en blijft een hele tijd zitten op de schouder van Meander, de stagiaire van de Naturentuin. Ook zien we nog de dennenpijlstaart. “Als rups zijn die erg groot, soms wel vingerdik met een opstaand puntje aan het eind. De vlinder herken je aan het dikke lijf” weet Piet te vertellen en laat de rupsen zien op een grote poster.
Vervolgens lopen we het laantje in waar al de hele week een speciaal stroopmengsel op de bomen is gesmeerd. Vlinders komen daarvan snoepen en dat zijn weer andere soorten dan die op het licht af komen. Met een zaklampje vinden we ze en de fotocamera’s klikken. We zien melde-, pyramide- en marmervlinders en later ook vele rode weeskinderen. Steeds weer hoor je roepen: “hé een nieuwe - dit is een verse - oh, deze is mooi - welk is deze?”
De grootste verwondering is het grote aantal diverse vlinders in vergelijking met dagvlinders, die avond hebben we zo’n 70 soorten gezien, de ene nog mooier dan de andere. En met totaal andere verschijningsvormen dan overdag, heel subtiele lijntjes en kleurnuances. Een aanrader om deze avond volgend jaar eens mee te maken en je in een andere wereld te wanen. Om 1 uur gaan de lampen uit, we laten de nachtvlinders weer in hun eigen wereldje en gaan zelf tevreden naar ons bed. Voor een lijst van waarnemingen en foto’s: www.waarnemingen.nl (hoewel er Ooievaarsnest staat, is het in de Naturentuin)